Natuur in de Blaarmeersen
De Blaarmeersen staat ook voor topnatuur. De vijver, de heuvel en de bossen zinderen van leven.
Zwemvijver met super waterkwaliteit
‘Stille waters, diepe gronden’. Dat geldt ook voor de vijver in de Blaarmeersen. De plas is tot 15 meter diep en heeft een warme bovenlaag en een koude onderlaag. Dankzij de goede waterkwaliteit kan je hier heerlijk zwemmen.
Het water trekt ook veel en zeer bijzondere planten en dieren aan.
Zo leven er waterspinnetjes in de Blaarmeersen. Dat spinnetje komt enkel in heel proper water voor. Het is dan ook zeer zeldzaam. In Gent leeft het enkel nog in de Bourgoyen-Ossemeersen.
In de winter strijken er krooneenden op de vijver neer. Je herkent de mannetjes makkelijk aan hun knalrode snavel en oranje kop. De krooneenden komen er snoepen van de ‘kranswieren’ die onder water groeien.
Kranswieren, paarbladig fonteinkruid, bronmos, … de namen klinken onbekend en exotisch. Deze planten zijn de paradepaardjes van de vijver. Ze zijn erg zeldzaam, zelfs op Europees niveau.
Dan zijn er nog de vele soorten vissen, libellen, kikkers, padden, salamanders…
De Blaarmeersen zijn niet alleen een plek voor topsport, maar ook voor topnatuur!
Warme heuvel vol insecten
De 2e trekpleister voor natuur is de voormalige skiheuvel. Deze berg van kalkrijk zand is georiënteerd op het zuiden. De kalk en zonnewarmte maken hem heel geschikt voor zuiderse planten, zoals
- Wondklaver
- Veldsalie
- Marjolein
- Steenanjer
Deze planten brengen kleur en bloemen, van het vroege voorjaar tot het late najaar.
Dwars op de helling en langs de randen zie je bomen en bessenstruiken, zoals:
- Sleedoorn
- Jeneverbes
- Mispel
- Bottelroos
Ook voor insecten is de heuvel super. Ze genieten van de warmte, de nectar en het stuifmeel. En van de grote variatie tussen open en gesloten ruimtes. De heuvel is een van de insectenrijkste plekken van Gent en Oost-Vlaanderen. Hij telt zo'n 20 soorten dagvlinders, 80 soorten wilde bijen en 8 soorten sprinkhanen. Dat zijn grote aantallen. Bovendien zitten er zeer zeldzame soorten tussen. De heuvel gonst letterlijk van het insectenleven.
En op die insecten zijn vleermuizen en gierzwaluwen dan weer dol. Je kan ze van mei tot september ’s ochtends of ’s avonds in grote aantallen zien vliegen langs de helling. Het levert een bijzonder tafereel op.
Klim boven op de heuvel zeker ook eens de uitkijktoren op. Je krijgt er een panorama over heel Gent cadeau.
Bossen voor (speel)vogels
Kinderen en jongeren kunnen zich naar hartenlust uitleven in het avonturenbos. Sprookjesachtige bouwsels leiden hen het bos in, waar ze klimrotsen of een evenwichtsparcours vinden.
De bosjes van de Blaarmeersen zijn ook erg geliefd bij zangvogels. In de winter zoeken appelvinken er bijvoorbeeld beschutting en voedsel. In het voorjaar vinden onder andere spotvogels, bosrietzangers en grasmussen er een broed- en leefplaats.
Ook roofvogels zoals de torenvalk vinden er een onderkomen, of zoogdieren zoals:
- Muizen
- Wezels
- Vossen
- Bunzings
En dan zijn de bossen ook nog rijk aan paddenstoelen. Die leven op afgevallen bladeren of dood hout. Sommige soorten leven op de wortels van bomen. Boom en paddenstoel helpen dan elkaar. Die paddenstoelen komen alleen voor in oudere bossen. In de Blaarmeersen zijn ze al te vinden.