Vernieuwde
EPC-regelgeving voor jeugdwerkinfrastructuur
Niet-residentiële gebouwen, waaronder dus ook jeugdinfrastructuur, moeten tegen 2050 koolstofneutraal zijn en de wetgeving is verstrengd.

EPC NR - Energie Prestatie Certificaat (EPC)
Niet-residentiële gebouwen moeten tegen 2050 koolstofneutraal zijn en ook jeugdinfrastructuur valt onder deze verplichting. Om dat doel te bereiken, wordt de wetgeving stap voor stap strenger. Vandaag geldt reeds een renovatieverplichting voor alle niet-residentiële gebouwen bij het verlijden van de authentieke akte voor verkoop, erfpacht of opstalrecht. Die gebouwen moeten binnen de vijf jaar specifieke energiebesparende maatregelen realiseren. Maar er is meer. Bij overdracht en verhuur moet er ook een energieprestatiecertificaat niet-residentiële gebouwen (EPC NR) opgemaakt worden.
Wat is een EPC en waarom is het belangrijk?
Het certificaat bestaat uit een energielabel en een energiescore en is vijf jaar geldig. Het energielabel geeft weer wat het aandeel hernieuwbare energie is ten opzichte van het totale energieverbruik, terwijl de energiescore de energie-efficiëntie in kaart brengt. Daarnaast bevat het certificaat ook aanbevelingen die je moeten helpen bij het energiezuiniger maken van het gebouw.
Het energielabel van de niet-residentiële gebouwen verschilt met het label van de woningen. Er is een schaal van label G tot label A waarbij het label A gelijk staat aan een koolstofneutraal gebouw. Daarnaast is er nog een label X. Dit label wordt toegekend als niet alle verplichte metingen beschikbaar zijn of wanneer er geen gemeten gebruik van hernieuwbare energie of restwarmte is ingevoerd.
Het verduurzamen van je jeugdinfrastructuur is niet zomaar iets optioneel. Daarom is er energieprestatieregelgeving.
Wat betekent dit voor jeugdinfrastructuur?
Niet-residentiële gebouwen, zoals jeugdlokalen, moeten tegen 2050 koolstofneutraal zijn. Om dit te bereiken, worden de regels steeds strenger. Nu al geldt dat bij de verkoop of verhuur van een gebouw, het pand binnen vijf jaar energiebesparende maatregelen moet doorvoeren. Daarbij moet ook een energieprestatiecertificaat (EPC) worden opgesteld.
Wanneer heb je een EPC nodig?
Vanaf 1 januari 2025 moet elk jeugdgebouw met een vloeroppervlakte van 1.000 m² of meer een EPC NR (Niet-Residentieel) hebben. Vanaf 1 januari 2026 geldt dit voor alle jeugdinfrastructuur. Als je lokaal kleiner is dan 500 m², mag je kiezen voor een EPC kNR (klein Niet-Residentieel), en dit moet dan tegen 1 januari 2030 geregeld zijn.
Wat is het verschil tussen een EPC kNR en een EPC NR?
EPC kNR: Lijkt op het EPC voor woonhuizen. Dit certificaat is gebaseerd op berekeningen, heeft eigen renovatie- en prestatie-eisen, en is 10 jaar geldig.
EPC NR: Bestaat uit een energielabel en energiescore, en is 5 jaar geldig. Het label laat zien hoeveel van je energieverbruik uit hernieuwbare bronnen komt, en de score toont hoe energie-efficiënt je gebouw is. Er staan ook aanbevelingen in om je gebouw energiezuiniger te maken.
Doelen voor 2030:
EPC kNR: Dan haal je minstens label D bij een gesloten bebouwing of gebouwen met meerdere eenheden en label E voor open of halfopen bebouwing.
EPC NR: Dan haal je minstens energielabel E, wat betekent dat 5 tot 10% van je energie hernieuwbaar moet zijn.
Wie is verantwoordelijk? De eigenaar, erfpachter, opstalhouder, of gevolmachtigde van het gebouw moet zorgen voor een EPC. Zij moeten een energiedeskundige inschakelen om het certificaat op te stellen. Vraag meerdere offertes op, want de prijs hangt af van de grootte en complexiteit van het gebouw.
Waarom dit allemaal? Een EPC helpt je om energie te besparen, je impact op het milieu te verkleinen, en uiteindelijk kosten te verlagen. Het is een stap richting een duurzamere toekomst voor iedereen.
Vragen hierover?
Contacteer de lokalenconsulenten van de Jeugddienst.