Een rijkdom aan planten en dieren
Het vele water en de verschillende vegetaties in de Bourgoyen-Ossemeersen zorgen voor bijzondere planten en dieren.
Vooral in de onbemeste hooilanden vindt u een grote verscheidenheid aan planten. Kleurrijke kruiden zoals gewone dotterbloem, echte koekoeksbloem, veldzuring, moerasspirea en moerasvergeet-mij-nietje vergezellen er de grassen, zeggen en russen. In de lente bloeit grote ratelaar, een halfparasiet op gras, er heel opvallend.
Van blauwborst tot waterschorpioen
De gevarieerde vegetatie en de sloten trekken veel dieren aan.
Van de water- en weidevogels valt de grutto het meest op, maar ook kievit, scholekster, kuifeend, slobeend, krakeend en bergeend broeden er jaarlijks. De zomertaling en de aalscholver broeden op en rond de grote plas aan de loopgracht. Als exoot heeft de Canadese gans een prominente plaats ingenomen. Langs de oevers en in de rietkragen broeden blauwborst, rietgors, kleine karekiet en sprinkhaanzanger.
In het zuivere water van de talrijke sloten en plassen leven salamanders, kikkers, vissen en ongewervelden zoals de geelgerande watertor, rugzwemmer, duikerwants en waterschorpioen.
Watervogels in de winter, steltlopers in het voorjaar
‘s Winters loopt het laagste deel van het reservaat onder water. In dit bijna ontoegankelijke gebied komen dan grote concentraties watervogels voor. De Bourgoyen zijn een belangrijk overwinteringsgebied voor de smient, wintertaling, slobeend, pijlstaart, krakeend en kemphaan.
Vanaf maart zakt het water geleidelijk waardoor er plaatselijk plassen en slikveldjes overblijven. Die oefenen een grote aantrekkingskracht uit op steltlopers zoals watersnip, tureluur, wulp, oeverloper en witgatje. Zij komen er baden en voedsel zoeken.
Knotwilgen en bloemenrijke ruigtes
Een van de meest typische landschapselementen is de knotwilg, waarin de steenuil, holenduif en mezen graag vertoeven. De houtkanten bestaan uit elzen en wilgen, bomen die de hoge waterstanden goed verdragen. Ze herbergen veel zangvogels.
De bloemenrijkdom van de ruigtes lokt vele insecten. Vlinders zoals de atalanta, gehakkelde aurelia, distelvlinder, dagpauwoog, oranjetip en het Icarusblauwtje vinden hier nog geschikte voedselplanten. Op de spoorwegdijk groeien planten van drogere zandgronden, zoals wouw en ijzerhard.