Gentse start-up OTIV verovert Europa
Sam en Niels laten met hun start-up OTIV trams en treinen veiliger en autonoom rijden en staan op het punt de Europese markt te veroveren
Gent is de start-up hoofdstad van Vlaanderen. Elk jaar opnieuw starten er tal van enthousiaste ondernemers met hun droom om ooit een toonaangevende naam in Gent, Vlaanderen, België en de wereld te worden. Sam en Niels zijn twee van die enthousiastelingen die zich 3 jaar geleden in een start-up avontuur stortten. Met OTIV, willen ze trams en treinen veiliger maken door ze autonoom te leren rijden. Met hun technologie hopen ze Europa te veroveren.
Hallo Niels, vertel eens waar jij en Sam mee bezig zijn als ondernemers?
Sam en ik hebben in 2021 OTIV opgericht. Een start-up waarmee we software maken om voertuigen autonoom en veiliger te laten rijden. Dat doen we in eerste instantie door bestuurders te ondersteunen. De volgende stap is onze software verder te ontwikkelen om voertuigen in de toekomst autonoom te laten rijden.
Hebben we het dan over zelfrijdende wagens?
Nee, we focussen ons op railvoertuigen. Een interessante Europese niche. Want laten we eerlijk zijn. Tegen de Googles en Tesla’s van deze wereld kunnen we niet op. Toch geloof ik wel in dit verhaal. Qua haalbaarheid is dit interessanter dan die zelfrijdende wagens omdat we ons op die manier ook kunnen toespitsen op de industriële sector in productiesites en havens. Daar rijden heel wat van die toestellen in een omgeving die minder complex is dan het openbaar domein. Hierdoor kunnen we de software constant verbeteren en sneller op de markt brengen waardoor het ook commercieel interessant is.
Hoe komen 2 jonge Gentenaars op zo’n technologisch idee waarmee ze de Europese markt willen veroveren?
Het ondernemerschap zat er bij mij al lang in. En het was ook duidelijk dat het iets technologisch moest worden, want daar ben ik al lang in geïnteresseerd. Als student repareerde ik Iphones of vond je me terug achter de draaitafels. Allemaal vrij technische dingen. De echte trigger kwam er tijdens mijn job bij Flanders Investment and Trade waarvoor ik een tijdje in Amerika woonde en mijn werkdagen voornamelijk doorbracht in Sillicon Valley. Daar ontstond mijn idee voor OTIV. Niet onlogisch ook, want je komt er elke dag zoveel gepassioneerde mensen tegen met een straffe droom.
Maar tussen idee en werkelijkheid ligt nog een grote kloof. Hoe begin je er dan aan als jonge kerels?
Uiteindelijk is het gewoon een kwestie van doen. Als je de lat hoog legt, zie je het ook groot. En ok… misschien kom je dan maar halverwege, maar dat is in ons geval ook al heel goed. We mogen ons niet laten afschrikken door onze leeftijd omdat we weten dat we een goed verhaal en product hebben. Er is dus geen enkele reden om die grote Europese bouwers niet te contacteren. Al moet ik wel toegeven dat het in het begin natuurlijk wel even spannend is. We hadden wel een goede proof of concept, maar dan is het nog kijken of er ook effectief mensen zijn die er geld voor op tafel willen leggen. Want het moeilijkste is toch vooral die eerste betalende klant vinden. Die zorgt voor validatie van je product. Van je technologie. Eenmaal dat lukt, komt er automatisch interesse van andere bedrijven en investeerders en is de trein vertrokken. Toen we bij onze opstart vanachter onze bureau in de slaapkamer naar die grote bedrijven belden om ze onze plannen voor te leggen, was dat wel wat. Maar je moet je grote ambities durven tonen. Wat dat betreft helpt Sam zijn achtergrond als consultant wel ontzettend hard. Hij slaagt erin om ons bedrijf op de juiste manier te presenteren.
Beluister het verhaal van Niels en Sam in onze podcast Rotdag
Een podcast over die momenten waarop het net wat minder gaat dan verwachtVoor veel mensen blijven die technologische toepassingen een ver-van-hun-bed-show. Maar is het echt allemaal zo ver weg of zie je echt mogelijkheden op de korte termijn?
Er zijn zeker al heel wat dingen mogelijk op korte termijn. Al gaat het in Europa wat dat betreft altijd wel iets trager dan in Amerika. Men is hier toch iets terughoudender. Vandaar dat we werken volgens die 2 fases. Zo willen we aantonen dat onze technologie het minstens even goed kan als een bestuurder. Een persoon kan enkel zien en horen. Sensoren werken ook in de mist en donker. “Always alert, never distracted”. Maar we gaan nooit autonome software lanceren als die niet op zijn minst even veilig is als een persoon die rijdt. Om mensen te overtuigen van die veiligheid, richten we onze blik daarom ook op de industriële sector omdat die niet schuw zijn van automatisatie. En vanuit die industriële omgeving is de overstap naar autonome railvoertuigen in het publiek domein geen onoverkomelijke stap meer. Die tussenstap maakt onze technologie steeds beter.
Hoe reageert je omgeving op je carrièrepad en -planning? Want het lijkt me geen evidentie om je ouders te vertellen dat je geld gaat verdienen met iets wat nog niet bestaat.
Initieel was dat zeker het geval. Nu we bezig zijn en mijn omgeving ziet dat we grote stappen in de juiste richting aan het zetten zijn met grote betalende pilootprojecten, etc. is die twijfel weg. Ook al zijn we nog volop in groei en aan de start van een mooi verhaal, iedereen snapt ondertussen dat er toekomst in zit en steunt ons.
Voor de opstart van zo’n start-up moet je waarschijnlijk ook op zoek naar heel wat financiële ondersteuning. Hoe zijn jullie tewerk gegaan om geld en investeerders te vinden?
Met een goed idee en businessplan is er gelukkig al geld te vinden in deze wereld. Via de ontwikkelingsfinanciering van Vlaio kwamen we al snel te weten dat er veel verschillende financieringsvormen zijn in België. Met ons idee zijn we zo naar imec gestapt. Zij geloofden in ons verhaal en hebben ons in hun acceleratorprogramma betrokken. Zo kregen wij 50.000 euro in ruil voor aandelen. Maar los van het geld, gaf die erkenning ons vooral de boost die we nodig hadden om verder te gaan. En het hielp ons uiteraard om andere investeerders over de streep te trekken. Uiteindelijk hebben we via een goede financieringsmix een klein miljoen euro kapitaal opgehaald. Zoiets kost veel tijd en geld, maar het levert ook heel veel op.
Je vroeg een starterscontract aan. Waarin heb je dat geïnvesteerd?
Dat starterscontract van de Stad Gent is natuurlijk maar een heel klein aandeeltje van de financieringsmix, maar in de prille start was dat meer dan welkom. Alle kleine beetjes helpen om je droom en doel te verwezenlijken. Bovendien is het als Gentenaars mooi om te zien dat de Stad ook gelooft in ons verhaal.
Ondanks het feit dat jullie nog maar net bezig zijn, kunnen we ons voorstellen dat jullie constant moeten schakelen?
Zeker. In het begin was het ongetwijfeld wel eens chaos, maar ondertussen hebben we onze weg gevonden. We leren constant bij, ook van de grote bedrijven waar we pilootprojecten hebben lopen. We houden onze ogen daar goed open om te zien hoe zij bepaalde flows aanpakken. Daaruit kunnen we dan weer de beste zaken halen die we op ons bedrijf kunnen toepassen. En daarnaast hebben we onze platformen ook sterk verbeterd zodat we het werk veel vlotter kunnen opvolgen.
Heb je tenslotte nog een goede tip voor andere startende ondernemers?
Als je een start-up wil opstarten moet je dat vooral doen en er vol voor gaan. Dat is met momenten hard gaan, zeker bij de opstart. Maar weet dat het werk loont. Sam en ik staken er ondertussen al heel veel tijd in, maar dat begint stilaan zijn vruchten af te werpen. We werken hard aan de start-up en alles wat erbij komt kijken, maar dat geeft ons geweldig veel energie terug en zorgt dat we steeds meer en meer kunnen groeien.