Een klas vol kansen

Juf Evi & Sofie omarmen hun diverse en meertalige klas. Ze delen hun ervaring met meertalige kinderen en hun visie op ouderbetrokkenheid.

Het warme leerkrachtenteam op Sint-Lieven Kolegem in Mariakerke heeft sinds kort een aanspreekpunt voor taal en meertaligheid op school: Evi en Sofie. Evi is zorgcoördinator in de kleuterklas en ondersteuner in het eerste leerjaar. Sofie heeft 15 jaar lesgegeven in het lager onderwijs en staat nu in de eerste kleuterklas. Met een flinke dosis creativiteit gaan ze op zoek naar de beste manier om alle leerlingen welkom te heten in een diverse en meertalige klasomgeving.

Hebben jullie veel meertalige kinderen op school? En welke uitdagingen brengt dat met zich mee?

Evi: Ik sta al tien jaar op deze school en ik merk dat onze leerlingenpopulatie een beetje aan het veranderen is. Tien jaar geleden hadden we af en toe eens twee of drie anderstalige kinderen in de klas, nu gaat dat al meer richting een derde tot de helft van de klas. Er wonen veel Turkse gezinnen in de buurt van de school, maar naast het Turks horen we ook Engels, Spaans, Slovaaks, Oekraïens en nog vele andere talen.

Sofie: Meertalig zijn op zich is geen probleem. Wat ik wel heel moeilijk vind, is omgaan met kinderen die nog geen woord Nederlands spreken. We weten dat ze zich eerst welkom moeten voelen voordat ze goed kunnen functioneren, maar het is lastig als ze je niet begrijpen. Vorig schooljaar had ik een Oekraïens kindje in de klas dat zo angstig was dat hij ook niet tot leren kwam. Af en toe kwam een ouder kindje, dat ook Oekraïens sprak, helpen, maar dat kon natuurlijk niet de hele tijd. Nu doet hij het heel goed. Eigenlijk moeten we er ons van bewust zijn dat we die kinderen gewoon tijd moeten geven.

Evi: In het eerste leerjaar merk je vooral dat leren lezen en schrijven moeilijk is voor kinderen die nog geen stevige basis hebben in de moedertaal. En daar komt dan nog eens een nieuwe taal bovenop. Voor die kinderen gaan we dan veel herhaling voorzien, goed de klanken benoemen en extra inzetten op zoemend lezen.

Welke extra ondersteuning bieden jullie nog aan anders- en meertalige kinderen?

Evi: Wij halen de kinderen niet uit de klas. De zorgleerkracht komt in de eigen veilige klasomgeving ondersteuning bieden waar de klasleerkracht ook bij is. We beperken ons niet tot een bepaalde doelgroep. Alle kinderen zijn welkom om mee te doen. Op een speelse manier proberen we zeker de kinderen te betrekken die extra oefening nodig hebben.

Sofie: Aan de anderstalige nieuwkomers proberen we de basiswoordenschat zo snel mogelijk mee te geven. We hebben een sleutelhanger met kleine kaartjes aan (zoals toilet en eetzaal) die ze kunnen gebruiken. In onze prentenboeken gebruiken we ook focuswoorden die we gedurende een thema constant herhalen. Alle klassen volgen dezelfde aanpak, en de woorden worden moeilijker naarmate het schooljaar vordert. We gebruiken die woorden constant, ook in onze spelletjes zoals Twister of Memory. Zo werken we aan taalbegrip voor alle leerlingen.

Zetten jullie ook al actief in op meertaligheid?

Sofie: We proberen de thuistaal welkom te heten, omdat we weten dat een sterke thuistaal ervoor zorgt dat kinderen het Nederlands gemakkelijker oppikken. Vorig schooljaar heb ik een lijstje gemaakt met nieuwe dingen om uit te proberen. En eigenlijk heb ik er al veel van gedaan! Ik werk met meertalige verhalen via Het Vertellement en Fundels. In de klas hebben we een sprekende muur met foto’s. Als de kinderen op een foto klikken, horen ze het bijhorende woordje eerst in het Nederlands en dan in het Turks, ingesproken door een mama. En op Moederdag komen drie mama’s verhalen voorlezen in de thuistaal. We lezen deze verhalen op voorhand in de klas, zodat de kinderen ze al kennen. Het is altijd een groot succes!

Hoe werken jullie aan ouderbetrokkenheid?

Evi: We merken dat we niet altijd alle ouders kunnen bereiken. De drempel is soms groot om naar een infomoment te komen als ze de taal niet begrijpen. Ze lezen de informatie dan liever online, waar er pictogrammen staan en waar ze de tekst kunnen vertalen naar de eigen taal. Ouders weten wel dat ze ons altijd kunnen aanspreken. Wij doen open onthaal op maandag en op vrijdag, dan mogen de ouders hun kinderen afzetten in de klas. Ook op het einde van de schooldag is er een mogelijkheid om de juf aan te spreken. Daarnaast proberen we minstens vier keer per jaar ouders uit te nodigen voor een familiemoment in de klas. We doen dan bijvoorbeeld een picknick, een spelletjesmiddag of een voorleesmoment. Wij zijn echt wel een open school.

Wat doen jullie zelf om bij te leren over meertaligheid?

Sofie: Sinds vorig schooljaar nemen Evi en ik deel aan de collegagroep meertaligheid van Onderwijscentrum Gent. Daar ontdekten we dat we eigenlijk al veel meer doen rond meertaligheid dan we dachten. Tijdens de collegagroep krijgen we de kans om elkaars scholen te bezoeken, en ook bij te leren van verschillende gastsprekers. Het meest interessante vind ik dat we concreet materiaal ontdekken waar je onmiddellijk mee aan de slag kan gaan. Ik wil graag wat theoretische achtergrond, om erover te kunnen discussiëren met collega’s, maar ik wil ook meteen aan het werk kunnen gaan.

Evi: Een collegagroep blijft beter hangen dan een losse bijscholing: het bouwt voort op eerdere sessies en het is laagdrempelig. Als je concrete en praktische voorbeelden kan delen met collega’s begint de olievlek zich te verspreiden.

Hebben jullie nog plannen of dromen?

Sofie: Turks leren (lacht). Ik heb ook nog een lijst met boeken die ik wil lezen om mij theoretisch nog wat meer te verdiepen in het thema meertaligheid en diversiteit. Maar mijn grootste prioriteit is ervoor zorgen dat alle kinderen én ouders zich welkom voelen op onze school.

 

Dit artikel afdrukken?

Vond je dit een leuk artikel? Wil je het graag op papier? Dat kan!

Klik hier om een printversie te openen PDF (944.31 kB)