Openbaar vervoer als toegang tot de samenleving
10-rittenkaarten van De Lijn voor leerlingen (+15 jaar) om hen oefenkansen te bieden én verplaatsingen naar stage of werkplek ondersteunen.
Zich vlot kunnen verplaatsen lijkt voor veel mensen vanzelfsprekend. Voor gezinnen in een kwetsbare situatie vormt dit echter vaak een struikelblok voor regelmatig schoollopen. Het gebrek aan betaalbare vervoersmogelijkheden is voor jongeren vanaf 15 jaar een van de redenen voor vroegtijdig schoolverlaten of spijbelen. Stad Gent pikte hierop in door sinds 2021 10-rittenkaarten van De Lijn te verdelen bij leerlingen vanaf 15 jaar. Het doel? De leerlingen oefenkansen bieden in het gebruik van het openbaar vervoer én hun verplaatsingen naar stage of werkplek ondersteunen.
Wij spraken met twee scholen die al enthousiast gebruik maakten van de 10-rittenkaarten. Peggy Van den Bossche (maatschappelijk werker) en Nathalie Creve (teamcoach OV3) werken voor IVIO Binnenhof, een school voor buitengewoon secundair onderwijs. Katrien Heene is beleidsondersteuner op OLVIGent en Nieuwen Bosch Humaniora.
Merkten jullie dat er nood was aan een actie om te werken aan vervoersamoede?
Peggy: Onze leerlingen uit Gent krijgen tot 15 jaar een gratis Buzzy Pazz van Stad Gent, een initiatief dat wij alleen maar toejuichen. Maar we hebben ook leerlingen die buiten Gent wonen of ouder zijn dan 15 en daardoor geen recht meer hebben op een Buzzy Pazz. Zo’n abonnement neemt een serieuze hap uit het budget van ouders, vooral omdat veel van onze leerlingen opgroeien in kwetsbare omstandigheden. Geen geldig vervoersbewijs hebben om naar school of werkplekleren te gaan, werkt het schoolverzuim in de hand. Ook bij leeruitstappen willen we dat al onze leerlingen kunnen deelnemen, ook degenen zonder geldig vervoersbewijs.
Katrien: In het kader van kostenbewust onderwijs zijn de 10-rittenkaarten hoe dan ook een verlichting voor de ouders. Sommige leerlingen hebben geen recht op een Buzzy Pazz. Vóór we de 10-rittenkaarten hadden, kwam een rit met het openbaar vervoer als extra kost op de schoolfactuur voor deze leerlingen. Het initiatief past dus sowieso binnen ons zorg- en kansenbeleid.
Op welke manier hebben jullie gebruikgemaakt van de 10-rittenkaarten?
Nathalie: We gebruiken de 10-rittenkaarten altijd voor educatieve doelen. Voor de opleiding winkelmedewerker bijvoorbeeld gaan de leerlingen naar de stad om een opdracht uit te voeren in een winkel. We hebben het geluk dat we de stad als leerplatform kunnen gebruiken met musea, Habbekrats, het JAC, het Beroepenhuis, ... Zulke uitstappen dragen sterk bij aan het leerproces van onze leerlingen, en we koppelen hier altijd lesdoelen aan, ook rond het openbaar vervoer.
Peggy: Onze leerlingen gaan op ‘Praktijk op verplaatsing’ waarbij ze in groep gaan werken in winkels, hotels, woonzorgcentra, maatwerkbedrijven, dagcentra, …
Katrien: In OLVI zetten we de 10-rittenkaarten in voor bedrijfsbezoeken, leeruitstappen en stages in de verschillende richtingen. Zo bezoekt de richting restaurant en keuken een horecagroothandel of gaan ze met organisatie en sales naar winkels zoals Fnac. Ook in Nieuwen Bosch zijn er richting gebonden activiteiten. In de richtingen toerisme en onthaal & recreatie bijvoorbeeld brengen ze een bezoek aan het Huis van Alijn, een blotevoetenpad of camping Puyenbroeck. Dat past allemaal binnen het leerplan. Een ander voorbeeld is de YOUCA-dag, wanneer de leerlingen één dag voor het goede doel gaan werken. De 10-rittenkaarten worden dan gebruikt om naar hun werkplek te gaan.
Naast het ondersteunen van de mobiliteit kunnen de lijnkaarten ook oefenkansen bieden. Welke vaardigheden kunnen de leerlingen nog allemaal leren?
Peggy: Er is een mooie wisselwerking tussen de lessen GASV (geïntegreerde algemene sociale vorming) en BGV (beroepsgerichte vorming). In de lessen GASV leren de leerlingen hoe ze hun bestemming kunnen bereiken, hoe ze een plan moeten lezen en zelfstandig hun route kunnen plannen.
Nathalie: Daarnaast werken we ook aan attitude: Hoe gedraag ik mij op de tram of op de bus? Hoe communiceer ik? Bij deze vaardigheden hebben de leerlingen ondersteuning en training nodig.
Katrien: Bij ons in OLVI wonen veel leerlingen dicht bij school en komen te voet. Wanneer ze in het 5e jaar stage lopen, gebruiken ze vaak voor de eerste keer het openbaar vervoer. Dat wordt vooraf in de les voorbereid. De leerkrachten bespreken samen met hen welke bus of tram ze moeten nemen om op tijd te komen. Ook in de vakken maatschappelijke vorming en PAV zitten deze vaardigheden in het leerplan: informatie opzoeken, verklarende en oriënterende overzichten gebruiken.
Waar dromen jullie nog van?
Peggy: Gratis openbaar vervoer voor de jeugd is een droom van de school. Zeker voor onze leerlingen is het openbaar vervoer vaak hun enige vervoersmiddel. Het vormt hun toegang tot de samenleving.
Vervoersarmoede aanpakken in onderwijs
Mobiel zijn is belangrijk voor elke Gentenaar. Het bepaalt de mogelijkheden en kansen op vlak van vele aspecten van het maatschappelijk leven, en niet in het minst op het vlak van onderwijs.
Bekijk de financiële en educatieve ondersteuning voor scholen en gezinnen rond openbaar vervoer in Gent.Dit artikel afdrukken?
Vond je dit een leuk artikel? Wil je het graag op papier? Dat kan!