Geschiedenis van het Rabot

Het Rabot is bij iedere Gentenaar wel gekend, maar wie wist dat het oorspronkelijk gebouwd werd als herdenking aan een Gentse overwinning?

Het Rabot in 1895

Het jaar is 1488. Maximiliaan Van Oostenrijk roept zijn vader, keizer Frederik III van het Heilig Roomse Rijk te hulp. Langs de Schelde rukt een keizerlijk leger van formaat op naar Gent, klaar voor een beleg van de stad. Maximiliaan wou duidelijk maken dat hij heer en meester van graafschap Vlaanderen was, maar daar waren de grote steden, onder leiding van Filips van Kleef, het niet mee eens.

Een stad in verzet

In juni 1488 verscheen de keizer in Evergem, met de bedoeling om via de weinig versterkte noordelijke kant Gent binnen te vallen. Alle Gentse mannen tussen de 17 en 70 werden opgeroepen om de stad te verdedigen. Ze gingen samen aan het werk om in allerijl, slechts drie dagen deden ze erover, een hoge aarden wal te bouwen. Gentse vrouwen spioneerden ondertussen in het keizerlijke leger, en bezorgden in het geniep brieven over het hele land om steun te zoeken tegen de vorst. De Gentenaars slaagden er op die manier samen in om de aanvoerlijnen van de vijand aan te vallen en droog te leggen. Na anderhalve maand moest de keizer zich terugtrekken. De Gentenaars hadden hem een blamage van formaat bezorgd.

Om de overwinning te vieren, vatten de Gentenaars meteen het plan op om een versterkte sluis of 'Rabot' te bouwen. Precies een jaar na het beleg legde men de eerste steen, met de bedoeling de stad ‘krachtig te bemuren en de inwoners van Gent te beschermen’. Zo luidt het op de nu nog zichtbare plakkaten die de stad op de voorkant van het bouwwerk liet aanbrengen. In 1491 vond de plechtige inhuldiging plaats. Twee gekleurde windvanen met de wapenschilden van Vlaanderen en Gent bekroonden het geheel. Als een triomfboog op de Lieve richting Evergem herinnerde het bouwwerk de komende eeuwen aan het afgeslagen beleg ... Al zijn de meeste Gentenaren dat beleg helemaal vergeten. 

Eind goed, al goed?

Een jaar later slaagde Maximiliaan er dan toch in om de stad te veroveren. Zijn eerste plan? Het Rabot samen met het ernaast gelegen Begijnhof afbreken. Met de vrijgekomen stenen zou hij een hoge muur rond het Prinsenhof bouwen. De Gentenaars, koppig als ze zijn, weigerden in te stemmen met de afbraak. Nog liever betaalden ze een grote boete dan het monument te verwijderen. Als een doorn in het oog diende de heer in het Prinsenhof nog jaren het Rabot naast zich te dulden. Hetzelfde gebouw dat je hier vandaag nog altijd kan bewonderen.

Met dank aan professor en stadshistoricus Jelle Haemers.