Resultaten tweede dak- en thuislozentelling in Gent bekend
Gent telt 2.490 dak- en thuislozen. De Stad en de partnerorganisaties gaan nu met de resultaten aan de slag.
De resultaten van de daklozentelling (georganiseerd door de Koning Boudewijnstichting en de KULeuven) in enkele grote steden in België zijn er. In Gent werd voor de tweede keer geteld.
In het kader van een nationaal onderzoek telden de Stad Gent en partnerorganisaties op 20 oktober 2023 alle dak- en thuislozen in Gent. De resultaten zijn nu bekend. Het onderzoek, mee gefinancierd en georganiseerd door de Koning Boudewijnstichting en de KULeuven, moet het beleid de komende jaren nog beter afstemmen op de noden.
In totaal werden in Gent 2.490 dak- en thuisloze personen geteld. Dat is een stijging ten opzichte van de vorige telling in 2020. Toen waren er 1.873 dak- en thuislozen in Gent. Het rapport telt 1.857 volwassenen en 633 direct betrokken kinderen. Dat zijn kinderen in dezelfde precaire woonsituatie als hun dak- of thuisloze ouder(s). Geen enkel kind verblijft evenwel in de openbare ruimte.
De stijging is een tendens in heel Europa. In Gent ligt een deel van de verklaring ook bij de methodiek. Voor deze tweede telling telden meer partners mee: 47 organisaties ten opzichte van 37 in 2020. Veel partnerorganisaties hadden ook al ervaring met het onderzoek. Tot slot gebeurde de telling in 2020 tijdens de coronapandemie, wat het tellen bemoeilijkte.
Een diverse groep
Het onderzoek focust op dak- en thuisloosheid in de ruime zin. Daklozen op straat vormen maar een klein deel van alle dak- en thuislozen, hun aandeel is ook gedaald ten opzichte van 2020. Dak- en thuislozen zijn een diverse groep van mensen die geen permanente, kwalitatieve woonst hebben. Sommigen slapen op straat, in een garage of auto, anderen verblijven bij vrienden en familie, in instellingen of opvangsystemen.
Op weg naar duurzame oplossingen
De Stad Gent werkt aan verschillende nieuwe projecten in de strijd tegen dakloosheid, met een focus op preventie en duurzame huisvesting. Bij preventie spelen meer sociale woningen een cruciale rol. Zo wil de Stad tegen 2050 over 25.000 of 20 procent sociale woningen beschikken. Gent legt ook de nadruk op preventie door snel in te grijpen bij huurachterstal om zo uithuiszettingen te voorkomen.
De Stad heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op oplossingen voor dak- en thuislozen, maar het moet méér zijn. We moeten sterker preventief werken met een groter aanbod betaalbare woningen. We moeten ook nog meer inzetten op 'Housing First' zodat deze mensen eerst en vooral een dak boven het hoofd krijgen en begeleid kunnen worden. We verwachten ook meer steun van de hogere overheden, want dit is een uitdaging die stadsbesturen in ons land nooit alléén kunnen aanpakken.
In het wegwerken van dakloosheid kiest de Stad Gent voor 'housing first'. Daklozen, of mensen met een verleden van dakloosheid, krijgen een huurwoning aangeboden, met de verplichtingen die daarbij horen, maar ze krijgen ook begeleiding. Zo trekken in april elf mensen met complexe problemen in enkele gloednieuwe 'robuuste woningen' in Sint-Amandsberg.
De nieuwe cijfers illustreren dat we nog een versnelling hoger moeten schakelen in de strijd tegen dak- en thuisloosheid. Als Stad bekijken we hoe we extra robuuste woningen kunnen realiseren en binnenkort lanceren we een nieuwe oproep aan het middenveld voor het realiseren van projecten voor kwetsbare doelgroepen.
De Stad blijft ook zorgen voor opvang en tijdelijke huisvesting. De focus ligt op de opvang en begeleiding van chronische daklozen of jonge daklozen. Sinds de vorige telling zijn er in Gent al 17 nieuwe plaatsen voor 24-uursopvang voor chronisch daklozen en 5 herstelbedden voor dakloze mensen die uitstromen uit ziekenhuizen. Er zijn 10 plaatsen voor dakloze jongeren (dat aantal wordt de komende maanden nog verdubbeld) en er zijn 32 plaatsen voor dakloze mensen zonder wettig verblijf.
De Stad bekijkt tot slot ook of een borgstellingsfonds het middenveld kan helpen om verhuurders te overtuigen om te verhuren aan kwetsbare Gentenaars. Dat gebeurt via een borgstelling van de vzw naar de verhuurder toe tijdens het eerste jaar van verhuring.